Nascholingsartikel
16 augustus 2021

Slaapstoornissen bij ouderen

Slaapstoornissen komen vaker voor bij ouderen dan bij jongere volwassenen, maar zijn geen vanzelfsprekend onderdeel van het verouderingsproces. Voor de hogere prevalentie zijn verschillende factoren aan te wijzen, waaronder het vaker voorkomen van somatische problemen, medicatiegebruik, weinig blootstelling aan licht en psychosociale factoren. Insomnie is ook bij ouderen de meestvoorkomende slaapstoornis; het obstructieveslaapapneusyndroom, rustelozebenensyndroom en remslaapgedragsstoornis komen eveneens vaker voor bij ouderen dan bij jongere volwassenen. Bij insomnie is, volgens internationale richtlijnen, ook voor ouderen cognitieve gedragstherapie bij insomnie (CGT-i) de beste en veiligste behandelvorm. Het medicamenteus behandelen van chronische insomnie moet bij ouderen met grote terughoudendheid en voorzichtigheid worden gedaan, wegens mogelijk ernstige bijwerkingen. Dementie en delier gaan in de meeste gevallen samen met gestoorde slaap; voor deze doelgroep is een individuele CGT-i vaak niet geschikt, maar andere niet-medicamenteuze interventies zijn mogelijk.