Interacties tussen geneesmiddelen en voeding bij ouderen

Ouderen hebben vanwege polyfarmacie, langdurig medicijngebruik en een afnemende voedingstoestand een verhoogd risico op interacties tussen voeding en medicatie. Deze interacties worden versterkt en gecompliceerd door andere factoren, zoals toenemende morbiditeit en de fysiologische, sociale en psychologische veranderingen die gepaard gaan met het ouder worden. Effecten van voeding op medicatie zijn meestal acuut en kunnen vaak worden herleid tot een veranderde werking en/of meer bijwerkingen van de betreffende geneesmiddelen. Daarentegen zullen de gevolgen van interacties waarbij de oorsprong ligt in de medicatie zich geleidelijker manifesteren. De mogelijke effecten ervan kunnen divers zijn, zoals veranderde smaak- of reukwaarneming, mondproblemen, veranderingen in de vertering en opname van voedingsstoffen of depletie ervan. Deze gevolgen worden dan ook nogal eens gemist of aangezien voor symptomen die behoren bij de onderliggende aandoeningen of veroudering in het algemeen. Alertheid en herkenning zijn geboden, en tijdig ingrijpen kan vaak op relatief eenvoudige wijze leiden tot het voorkomen van ernstigere problemen.